Wat ga je doen als je bij Training Facilities gaat werken?
‘Het merendeel van de collega’s werkt hier als pseudopiloot - na het afronden van de opleiding ook wel simulator training operator genoemd. Deze pseudopiloten vervullen een onmisbare rol voor luchtverkeersleiders, die in onze simulatoren opgeleid worden en leren wat het vak precies inhoudt.
Daarnaast vormen ook onze system operators een belangrijke schakel op de afdeling, met hun technische kennis van de systemen en de operationele praktijk. Zij bouwen bijvoorbeeld oefeningen voor de simulators en laden ze in, ze lossen problemen op en voeren wijzigingen door.’
Wat doet zo’n pseudopiloot bijvoorbeeld?
‘Net als in het echt wil een luchtverkeersleider bijvoorbeeld dat een piloot zich meldt bij een zogenaamd baken in de lucht. Of er is een conflict in de lucht waarbij een vliegtuig op dezelfde hoogte een andere kist tegemoet vliegt. De pseudopiloot bedient het vliegtuig en reageert op de luchtverkeersleider met de juiste terminologie. Nederland heeft een druk, complex luchtruim, dus er is veel te oefenen.
Het werk begint in de basic simulator: daar wordt tijdens de selectie getest of een kandidaat de skills heeft om de opleiding tot luchtverkeersleider succesvol te doorlopen. Wie door de selectie komt, krijgt de zogenaamde initial training, waarin trainees de basis leren van het vak. Daarna volgen de plaatsingsweken en de unit training op Schiphol: welke luchtverkeersleider is geschikt voor welke plek? Wordt het Area Control, een van de regionale of wellicht militaire velden, of gaan we de nieuwe collega verder opleiden voor Schiphol Toren/Approach?
Niet alleen tijdens de selectie, maar ook in de vervolgopleiding worden de trainees flink aan de tand gevoeld in de simulator. Juist door veel fouten te maken in de simulator, leren ze het goed. Zodat ze er in hun verdere carrière voor kunnen zorgen dat het Nederlandse luchtruim veilig is.’
Naar wat voor mensen is Training Facilities op zoek?
‘Als pseudopiloot moet je scherp zijn, snel kunnen schakelen, vingervlug zijn, focus hebben en vooruit kunnen denken. Een technische achtergrond helpt, en goede communicatieve vaardigheden ook, want je moet op een constructieve manier feedback kunnen geven aan de trainees, instructeurs en collega’s.’