Waar kijk je als selectiepsycholoog naar, bij zo’n assessment?
‘De kandidaten krijgen een groepsopdracht, en wij willen zien hoe ze zich gedragen in zo’n groep. Wie neemt de leiding en hoe, hoe wordt omgegaan met gebrekkige informatie? Hoe nemen mensen besluiten, hoe assertief en stressbestendig zijn ze? Kunnen ze plannen en organiseren? We werken met een uitgebreid competentieprofiel, waarop we kandidaten testen.’
En hoe zien de interviews tijdens de selectie eruit?
‘In de interviews zoomen we meer in op motivatie: waarom wil je dit werk gaan doen? Verder diepen we de persoonlijkheid van potentiële kandidaten stevig uit. Heb je moeite met kritiek of ben je erg gevoelig, dan is het werk als luchtverkeersleider minder geschikt. Er wordt hier op zeer directe wijze feedback gegeven en alles gaat snel, dus daar moet je goed mee kunnen dealen.
Verder willen we weten hoe mensen omgaan met vervelende dingen. Hebben ze wel eens te maken gehad met een relatiebreuk, het verlies van ouders of een huisdier, een afwijzing voor iets dat ze echt graag wilden? Doodnormaal natuurlijk, dat ze daar verdrietig over zijn geweest. Hoe gaan ze daarmee om? En hoe herpakken ze zichzelf weer?’
Test je kandidaat-luchtverkeersleiders ook in de praktijk?
‘Zeker, dat doen we in de ‘job sample’ in de laatste selectieronde, door ons ‘ACT’ genoemd. In die fase van de selectie gaan de kandidaten met een luchtverkeersleider de simulator in, waar ze achter een radarscherm mogen laten zien hoe snel ze leren om het vliegverkeer in goede banen te leiden.
Die oefeningen worden rap moeilijker, het is echt een steile leercurve. Ik heb het zelf wel eens geprobeerd, tot groot vermaak van de luchtverkeersleiders – ik bakte er helemaal niks van. Wat een stress! Je moet met wel twintig vliegtuigen tegelijk communiceren.
Wij kijken als selectiepsychologen bij een paar oefeningen mee. Meestal sluit het beeld dat we dan inmiddels hebben, goed aan. Al heeft er ook wel eens een topsporter met knikkende knietjes in de sim gezeten, terwijl wij hem een 10 hadden gegeven op stressbestendigheid.
Soms vindt de luchtverkeersleider dat een kandidaat in het grensgebied zit van wel of niet doorgaan. Dan kunnen wij aangeven of het in het voortraject óók al op het randje was, of dat wij juist denken: die is er echt wel klaar voor. Maar uiteindelijk beslissen de luchtverkeersleiders.’