Moet je dan als onderwijskundige ook alles van luchtverkeersleiding weten?
‘Dat hoeft niet – we werken samen met specialisten. Deze cursusmanagers en cursuscoördinatoren zijn zelf luchtverkeersleiders en weten álles van het vak. Zij leveren de inhoud voor de opleiding, en ik zorg voor de onderwijskundige laag. Zodat we heldere leerdoelen stellen, die in de stof verweven en goede vragen formuleren voor de examens.’
Hoe ziet een opleidingstraject voor assistent luchtverkeersleiders eruit?
‘Na de zogenaamde ‘initial training’ worden de studenten geplaatst in een bepaalde functie op een bepaalde plek – op de toren of in de zaal bijvoorbeeld. De trainees die de toren in gaan, krijgen eerst allemaal ‘mijn’ opleiding tot assistent luchtverkeersleider. Daarin zit bijvoorbeeld een module over Schiphol, een deel over procedures, maar ook het oefenen met bellen: hoe handel je telefoontjes snel en correct af?
Daarna gaan ze de simulator in, en krijgen ze vier weken lang elke dag oefeningen met aan het einde een toets. Vervolgens krijgen ze een ‘on the job training’, op de toren, onder de verantwoordelijkheid van de coach. Die duurt gemiddeld zo’n 25 weken. Vervolgens doorloopt elke leerling een eigen, uniek traject.’
Wat is jouw rol tijdens de opleiding?
‘Terwijl de studenten in opleiding zijn, overleggen we geregeld met het opleidingsteam. Wat gaat er goed, wat gaat minder goed? Hoe kan ik de trainees helpen het beter te doen? Iedereen heeft wel ergens nog wat hulp op maat bij nodig, en daar hebben we een hele toolbox voor. Personal coaching bijvoorbeeld, om ze te helpen om goed te leren omgaan met feedback, met hiërarchie of herstellen na een fout.’
Hoe werk je aan verbetering van de opleiding?
‘Stel, er zijn tien trainees zijn die allemaal vergelijkbare problemen hebben. Dan is er voor ons werk aan de winkel. Hoe zorgen we dat de stof beter aansluit op de praktijk, zodat die problemen verdwijnen? Hetzelfde geldt bij grote verschillen tussen afdelingen. Als het op de ene plek soepeler verloopt dan op de andere, dan kijken we wat we daarvan kunnen leren. Hebben ze er bijvoorbeeld meer personal coaching gehad? Meer theorie? Zijn ze beter begeleid in het werken in een team? Is de cultuur anders? Al zijn er natuurlijk ook wel eens externe factoren die een rol spelen.’