Werken als luchtverkeersleider op Beek

Was luchtverkeersleider worden altijd al jouw droom?  

‘Ik was al 26 toen ik op het idee kwam om luchtverkeersleider te worden. Daarvoor werkte ik in de horeca en was ik eigenlijk altijd een beetje zoekend. Psychologie, hotelschool, marine, het ging alle kanten op. Tot ik de selectie voor de opleiding tot luchtverkeersleider ging doen. Dit was het! Hiervoor is precies de combinatie van eigenschappen nodig die ik toevallig in huis heb. Toch bleef het wel even spannend: dat dit bij me paste, betekende nog niet automatisch dat ik het ook kón.’

Hoe kwam je als luchtverkeersleider op Beek terecht?

‘Ik kwam door de selectie en ging het eerste jaar aan de slag met het halen van mijn opleidingsbrevet. Aan het einde van dat jaar volgde de plaatsing. Ik wilde graag op Schiphol werken, maar het werd Beek. Want je mag dan wel je persoonlijke voorkeur aangeven, maar er moet met van alles rekening gehouden worden – de behoefte aan collega’s op bepaalde plekken, je kwaliteiten.

Wat ik liet zien, vonden de opleiders het beste passen bij een regio unit. Ik denk dat het een goed besluit is geweest, want op Beek kon ik meer mijn eigen leercurve volgen. Hier krijg je iets meer de tijd en ruimte voordat je zelfstandig gaat werken als luchtverkeersleider. Die flexibiliteit heeft mij zeker geholpen. Vanaf het moment dat ik in de groep werd geplaatst, voelde ik me goed.’

Hoe ziet het team eruit op Beek?

‘Je werkt hier met een kleine club mensen, je kent iedereen - en best goed zelfs. En ook niet onbelangrijk: iedereen houdt hier van de zuidelijke gezelligheid!’

Wat maakt het werken als luchtverkeersleider op Beek anders dan op Schiphol?

‘Als luchtverkeersleider op Beek heb je meer direct contact met de luchthaven. En waar je op de Schipholtoren zo met twaalf mensen tegelijk aan het werk bent, zit ik hier in mijn eentje op de toren. Dat maakt het werk heel gevarieerd. Klaringen, taxiën, runway control: al het verkeer zit bij mij op de frequentie. Ik ben dus degene die verantwoordelijk is voor de grote puzzel.’

Heb je op Beek ook te maken met andere luchthavens?

‘Zeker! Er verschijnt van alles op de radar. Aan de noordkant hebben we contact met de militaire verkeersleiding, aan de zuidkant werken we samen met Brusselse luchtverkeersleiders, in het oosten met Duitse verkeersleiders. Dat maakt het interessant. Zij hebben weer hun eigen manier van werken, en soms moet je creatief zijn. De luchthaven van Luik en een Nato-airbase zitten dicht bij ons in de buurt, dus onze aankomende vliegtuigen komen elkaar geregeld tegen. Dat betekent: veel afstemmen.’

Hoe kun je je ontwikkelen als luchtverkeersleider op Beek?

‘Net als bij het halen van je autorijbewijs, moet je als luchtverkeersleider eerst goed in je stoel landen. Na een paar jaar ben ik naast mijn werk andere luchtverkeersleiders gaan opleiden. Hartstikke leuk om te doen, omdat je daar zelf ook weer door uitgedaagd wordt. Elke vraag van een student frist je kennis weer op. En omdat ik zelf wat meer tijd nodig had en nog niet zo stevig in mijn schoenen stond, kan ik voor dat soort leerlingen echt van meerwaarde zijn. Ze zelfvertrouwen geven.'

Wat voor zelfvertrouwen heb je nodig als luchtverkeersleider?

‘Zelf moest ik iets steeds gedáán hebben voordat ik erop durfde vertrouwen dat ik het kon. Terwijl je er in je opleiding eigenlijk op moet gaan leren vertrouwen dat je met élke situatie kunt omgaan. Ook als je ’m nog niet bent tegengekomen. Je leert vertrouwen op je oplossend vermogen. Want je kunt niet alles oefenen - na zes jaar kom ik nog steeds nieuwe situaties tegen.’

Wat is verder een neventaak, voor jou als luchtverkeersleider op Beek?

‘Ik vertel over mijn werk op Beek bij bijvoorbeeld voorlichtingen of tijdens de Experience Day op Lelystad. Daarnaast geef ik als operationeel expert advies als er nieuwe procedures of systemen worden ontwikkeld. Als luchtverkeersleider kunnen we het beste inschatten of we goed met aanpassingen kunnen werken. Ons vak is zo specifiek, dat dat voor een buitenstaander moeilijker is. En ten slotte ben ik bestuurslid voor de vakvereniging van LVNL, die meepraat over bijvoorbeeld CAO-onderhandelingen. Genoeg te doen!’

Wat is jouw kracht?

‘In mijn eerdere werk heb ik geleerd om te presteren onder druk. Kop omlaag, doorpakken en volhouden tot de drukte voorbij is. Goed samenwerken helpt dan enorm.’

Wat is je favoriete vliegtuig?

‘De Dassault Falcon 900, een business jet met drie motoren. Alle vliegtuigen met drie motoren vind ik heel vet. En de Piaggio P.180 Avanti. Daar staan de propellers achterstevoren op – hij wordt niet getrokken, maar geduwd. Dit vliegtuig heeft een soort snor en zo noemden we ’m in de klas dan ook: ‘De Snor’. Als je ’m ziet vraag je je bijna af of-ie wel kan vliegen.’

Wat is jouw favoriete bestemming?

‘Milan Bergamo Airport. Dit vliegveld ligt vlak bij het Gardameer. Daar gaan we bijna elk jaar naartoe, naar mijn schoonfamilie op de camping.’

Wat geeft je vleugels?

‘Werken tijdens de Tefaf. Wat deze kunstbeurs betekent voor het vliegverkeer, is een beetje wat carnaval of Koningsdag betekent in de horeca. De beurs trekt ruim honderdduizend bezoekers in anderhalve week, vanuit de hele wereld. We werken er wekenlang naartoe. De luchthaven ruimt op om plaats te maken voor de privéjets, er worden andere procedures ingesteld, we gebruiken extra luchtruim van de Duitse buren. Dat zijn van die dagen dat je afgelost wordt en denkt: huh, is het alweer zo laat? Als ik iedereen dan de service en efficiëntie heb kunnen bieden waar we voor staan, kom ik voldaan thuis.’

Hoe ga jij om met tegenwind?

‘Vóórdat ik de knop van mijn microfoon indruk, moet je me even niet horen. Maar daarna kom ik gewoon calm & collected op de frequentie: hup, aan de gang. Een vliegtuig staat niet stil in de lucht, dus gewoon doorpakken.’

Klik hier en solliciteer direct!